transformatie voormalig universiteitsgebouw tot Ibis hotel, Leiden

Het voormalige universiteitsgebouw aan de Stationsweg is verbouwd en uitgebreid tot een 118 kamers tellend economy hotel. Het is het eerste franchisehotel van alle 870 Ibis hotels ter wereld en het eerste Ibis hotel volgens de new Ibis generation formule. Het nieuwe hotel ligt tegenover het station van Leiden en is vanaf het spoor en het station goed zichtbaar.

Het jaren '60 gebouw is van een geheel nieuwe gevel voorzien. De horizontaliteit van de oorspronkelijke gevel is bij de nieuwe gevel nog sterker aangezet door de borstweringen van alle verdiepingen te voorzien van relatief smalle banden van  keramische elementen, variërend geplaatst in kleur. De zwarte kozijnen en beplating zijn met een diepe negge ten opzichte van de keramische elementen aangebracht. Hierdoor worden de kleurrijke horizontale keramische elementen beeldbepalend. Boven het dak is de gevel doorgezet. De hoge iets terugliggende dakrand zorgt voor een duidelijke beëindiging en schermt tevens de installaties op het dak af. De plint is uitgevoerd met een robuuste steen en veel glas. Tezamen met de lange witte statige luifel van lichtbeton vormen ze de basis voor enerzijds de horizontaal gelede gevel en anderzijds een uitnodigende entree voor het hotel. De hoge begane grond is geschikt gemaakt voor de openbare functies, zoals receptie, bar, lounge en eetzaal, eveneens naar ontwerp van VVKH. Naast de "Ibis identifiers", het programma van eisen en de wensen van de eigenaar, waren voor het interieurontwerp ook de zonering, materialisering, de aanwezige hoogte en de karakteristieke betonconstructie uitgangspunt.

Bekijk de lobby van het Ibis hotel in google streetview.

 

fotografie: Roos Aldershoff ©

Status gerealiseerd 2012
Architecten Ronald Knappers
Medewerkers Wouter Fokkinga
Opdrachtgever(s) Ibis Leiden Beheer
Gerelateerd

In 2014 is in het kader van de Herijkingsagenda van de TU Delft de huisvesting voor het TU Delft Process Technology Institute gerealiseerd. In deze nieuwe organisatie zijn diverse leerstoelen binnen de afdelingen van zowel de faculteit 3mE als de faculteit TNW ondergebracht.  De huisvesting is gerealiseerd binnen de bestaande hal 3 van de faculteit 3mE, een grote industriële hal met sheddaken, en in de aangrenzende kantoorvleugel en een recente uitbreiding aan de Leeghwaterstraat. De totale herinrichting beslaat ca. 3600 m2; circa 2.800 m2 labruimtes, 400 m2 kantoor- en vergaderruimtes, 120 m2 studie- en onderwijsruimtes, en 280 m2 algemene voorzieningen.

In de nieuwe huisvesting profileert het TU Delft Process Technology Institute zich op het gebied van 3 toepassingsgebieden rondom procestechnologie en stromingsleer. Het onderzoek binnen deze gebieden heeft veelal een duurzame kant: het gaat bijvoorbeeld om energiezuinige productieprocessen, afvalverwerking, waterzuivering, en alternatieven voor schaarse grondstoffen. Onderwerpen die niet alleen belangrijk zijn voor de industrie, maar voor de hele samenleving. In de loop der jaren had de organisatie op verschillende plekken binnen de TU een scala aan proefopstellingen verzameld, waarvan eerst uitgezocht moest worden welke nog relevant, toekomstbestendig, veelbelovend, of vergeten en mislukt waren. Een bijzonder complexe puzzel, waarbij de nieuwe huisvesting ook nog eens ruimte moet bieden voor de experimenten van de toekomst. Met een heldere organisatie van ruimtes en installatietechniek, met oog voor brandveiligheid, en met veel geduld is de hele operatie tot een succes gebracht.  De nieuwe huisvesting bevordert de samenwerking tussen de betrokken afdelingen, en zorgt ervoor dat het onderzoek ook zichtbaar is voor de hele gemeenschap. De verschillende afdelingen maken gebruik van gedeelde onderzoeksfaciliteiten, een gemeenschappelijk macrolab, waar grote proefopstellingen kunnen worden gebouwd, om de haalbaarheid van industriële toepassingen te testen. Kantoor- en vergaderruimtes zijn geclusterd in de aangrenzende vleugels, die een directe relatie hebben met de onderzoeksruimte. Hier hebben de afdelingen hun eigen werkplekconcept gerealiseerd. Ook is er een aantal studentenwerkplekken gecreëerd binnen de labomgeving, het zogeheten ‘kraaiennest’.

De bouwkundige ingrepen zijn ruim binnen het gestelde budget gerealiseerd. De bijzondere ruimtelijkheid van de oorspronkelijke industriehal geeft het plan extra waarde. Bij verbouwingen binnen een bestaand complex blijkt de impact van het aanpassen van de installaties niet te onderschatten, zowel ruimtelijk als financieel. Dat geldt zeker voor een labomgeving als deze. Veel aandacht is daarom uitgegaan naar het integreren van de installaties in het bouwkundig ontwerp.

Het instituut heeft met de nieuwe huisvesting een herkenbare, transparante en bovenal doelmatige leer- en werkomgeving gekregen. Het gebouw draagt bij aan de aantrekkingskracht van het instituut op studenten. In het nieuwe instituut werken ca. 80 medewerkers en 35 studenten. Daarnaast zijn ca. 100 PhD studenten werkzaam binnen het instituut. 

Aan de oostzijde van Enschede, aan de rand van het centrum ligt het grote wijkwinkelcentrum Miro. Het voormalige winkelcentrum was sterk verouderd en is gefaseerd vervangen door nieuwbouw. Door gefaseerd te slopen en te bouwen konden alle winkels open blijven. De herontwikkeling is april 2014 afgerond.

Het gebouw is compact en duurzaam ontworpen en zorgvuldig in de bestaande situatie ingepast. De gebouwvorm, een komma, zorgt voor goede zichtijnen. Het merendeel van de gevel is van glas. Alle huurders zijn zowel vanaf de promenade als de weg goed zichtbaar. De luifel is sfeervol en fungeert als droogloop bij slecht weer. Reclame is integraal in het ontwerp meegenomen. Onder het spiegelende luifelplafond bevindt zich een gebogen glazen scherm ten behoeve van lichtreclames.

De bestaande ecologische zone aan de oostzijde van het winkelcentrum loopt vloeiend door in het gras-kruidendak van het gebouw. Het groene dak heeft niet alleen een ecologische, maar tevens een warmtedempende functie, waardoor het binnenklimaat ook bij zomerse temperaturen aangenaam is. De daklijn wordt 's avonds geaccentueerd met een ledlijn. Daar waar het dak naar de grond komt wordt de metalen dakrand dikker en is deze geperforeerd met een vlinderpatroon.

De winkelgalerij eindigt aan de oostzijde in een atrium met onder andere een Albert Heijn XL. Het dak van het atrium is voorzien van zonnepanelen, die stroom leveren aan de supermarkt. In de zomer biedt het dak extra natuurlijke ventilatie. Restwarmte wordt hergebruikt om energiekosten laag te houden. Voor de waterhuishouding is eveneens gezocht naar een duurzame oplossing; wateroverlast wordt voorkomen door regenwater binnen het perceel te bufferen, zowel in de waterbergende constructie van het groene dak als in de waterbergende laag van het parkeerterrein.

De openbare ruimte is hoogwaardig ingericht. Parkeren is gratis, direct voor de deur van de winkels.

Het voormalige artilleriedepot met binnenterrein aan de Paardenmarkt in Delft, een Rijksmonument is volledig gerenoveerd en gerestaureerd. De gebouwen zijn geschikt gemaakt voor bewoning, huisvesting van startende (techniek)bedrijven, horeca, vergaderplekken en parkeren (beperkt). De centrale hof krijgt een prachtige tuin die werkt als openbare ruimte voor de hele binnenstad. Binnen het complex zal dit de plek zijn waar mensen elkaar tegenkomen en elkaar zullen inspireren. 
 

De Universiteit Leiden wil een bovengrondse parkeergarage met 430 parkeerplaatsen bouwen in het Leiden Bio Science Park, en heeft daarvoor een aanbestedingsprocedure gestart. Het team bestaande uit aannemer Goldbeck en Studio VVKH is geselecteerd om de parkeergarage te realiseren.

De hoofddraagconstructie bestaat uit een standaard parkeersysteem van Goldbeck, dat bestaat uit een slanke demontabele staalconstructie. De profielen zijn zelf ontwikkeld, en daardoor uiterst economisch. Door de beperking van materiaalgebruik en doordat alles geprefabriceerd wordt en per trein aangevoerd is het een uiterst duurzame constructie. Bovendien is de complete prefab hoofddraagconstructie van de garage demontabel en dus circulair.

Het gebouw wordt geplaatst in een landschap van kruiden en grassen. De robuuste ruwe plint van baksteenpuin in schanskorven wordt begroeid, en wordt zo onderdeel van het landschap. De lichte bovenwereld wordt gerealiseerd met geanodiseerde aluminium lamellen die haaks op de gevel gemonteerd worden. Haaks gezien is de gevel plezierig transparant waardoor de parkerende bezoeker zich veilig voelt. Op de platte zijden van de lamellen is met een zeefdruk techniek een afbeelding van een Hollands landschap aangebracht. Die afbeelding bestaat uit een rietkraag, waarin soms een vosje of een konijn zit, of waaruit soms een roerdomp of een andere vogel opvliegt. De geprinte afbeelding zie je niet wanneer je de gevel haaks aanschouwt, maar als je de gevel overhoeks bekijkt dan sluit hij zich en verschijnt als een verrassing een omgekeerd “panorama Mesdag”. Op het dak van de garage wordt een landschap gemaakt met PV panelen en uitbundig groen.