Poortgebouw begraafplaats Rhijnhof, Leiden

De begraafplaats Rhijnhof in Leiden kampte al lange tijd met een tekort aan kantoorruimte. Tevens was er behoefte om het complex vanaf de weg herkenbaar te maken. Beide wensen zijn vertaald in een nieuw poortgebouw met klokkentoren en pergola. De entreepoort na de brug vormt de toegang naar de laatste rustplaats. Direct aansluitend zijn de kantoren en spreek-, ontvangstruimtes gesitueerd. De bezoeker kan hier via een computerscherm opzoeken wie op welke plek is begraven.

Het gebouw is opgetrokken uit geselecteerd Belgisch leisteen dat op voegloze wijze is verwerkt. Het erboven "zwevende" dak is van beton. Door het bestaande kantoordeel ook met leisteen af te werken is dit volledig in de nieuwbouw geïntegreerd. De nieuwe klokkentoren, waarin twee nog in depot liggende Leidse 17e-eeuwse klokken zijn opgehangen, markeert de bijzondere functie van het gebouw. Het poortgebouw vormt nu een karakteristieke scheiding tussen de buitenwereld en de ingetogen, groene, parkachtige beslotenheid van de begraafplaats van Leiden.

 

fotografie: Roos Aldershoff ©

Status gerealiseerd 2005
Architecten Ronald Knappers
Opdrachtgever(s) Stichting Beheer Begraafplaats Rhijnhof
Gerelateerd

Ten westen van Utrecht ligt de grootste nieuwbouwwijk van Nederland: Leidsche Rijn. Hier wonen en werken bijna 80.000 mensen. De snelweg A2 loopt door die grote uitbreiding van Utrecht als het ware dwars door de stad heen. In een flauwe bocht in de A2, ter plaatse van Lage Weide ligt "the Wall", een 800 m lang en 60 m breed gebouw. The Wall is een geluidscherm en multifunctioneel gebouw ineen. Het gebouw wordt vanaf de A2 bij 100 km per uur in 28 seconden voorbij gereden. Op dit fenomeen is het ontwerp gemaakt. De rode hoofdmassa verandert langzaam van vorm waardoor hij bij het voorbijgaan fluide lijkt te worden. De langzaam vloeiende lijnen bevinden zich ook aan de ingangszijde van het winkelcomplex, de Leidsche Rijn zijde. Beide zijden lopen in elkaar over ter plaatse van de kop en de staart. De kop kraagt 16 m uit en bevindt zich ter plaatse van de op- en afrit van de snelweg. Aan de Leidsche Rijn zijde bevinden zich vier grote entrees. In deze gevel zijn eveneens de hellingbanen naar het parkeerdek gesitueerd.Vanaf het parkeerdek zijn stijg- en daalpunten opgenomen die de bezoekers naar de winkels brengen. Achter de winkels is een aparte expeditiestraat waar het publiek geen toegang tot heeft.

 

 

Een voormalige showroom voor auto’s is geheel verbouwd en geschikt gemaakt voor de Regionale Ambulance Voorziening.  Aan de zijde van de Vondellaan heeft de RAV een eigen gezicht gekregen door hier een klein museum voor antieke ambulances in te richten, aangevuld met een informatie- en presentatieruimte op de verdieping. Achter het museum ligt de ambulance-remise, gescheiden van het museum door een transparante wand. In de remise is alles gericht op een zo snel mogelijke uitruk zonder verstoringen, met een geheel eigen, gesloten routing. Het bestaande pand is met 2 verdiepingen uitgebreid. Hier bevinden zich de kantoren en een hightech opleidingscentrum. Deze ruimtes richten zich, samen met de uitrukdienst op de begane grond, op het spoor. Ook de spoorzijde, waar dagelijks vele reizigers zicht hebben op het gebouw, is als voorkant behandeld. Om glasbewassing mogelijk te maken is de nieuwbouw rondom voorzien van balkons. Door deze telkens subtiel verdraaid aan te brengen spelen zij samen met de geïntegreerde aluminium buitenzonwering een rol in het beperken van de warmteontwikkeling door zoninstraling.

 

fotografie: Roos Aldershoff ©

In 2014 is in het kader van de Herijkingsagenda van de TU Delft de huisvesting voor het TU Delft Process Technology Institute gerealiseerd. In deze nieuwe organisatie zijn diverse leerstoelen binnen de afdelingen van zowel de faculteit 3mE als de faculteit TNW ondergebracht.  De huisvesting is gerealiseerd binnen de bestaande hal 3 van de faculteit 3mE, een grote industriële hal met sheddaken, en in de aangrenzende kantoorvleugel en een recente uitbreiding aan de Leeghwaterstraat. De totale herinrichting beslaat ca. 3600 m2; circa 2.800 m2 labruimtes, 400 m2 kantoor- en vergaderruimtes, 120 m2 studie- en onderwijsruimtes, en 280 m2 algemene voorzieningen.

In de nieuwe huisvesting profileert het TU Delft Process Technology Institute zich op het gebied van 3 toepassingsgebieden rondom procestechnologie en stromingsleer. Het onderzoek binnen deze gebieden heeft veelal een duurzame kant: het gaat bijvoorbeeld om energiezuinige productieprocessen, afvalverwerking, waterzuivering, en alternatieven voor schaarse grondstoffen. Onderwerpen die niet alleen belangrijk zijn voor de industrie, maar voor de hele samenleving. In de loop der jaren had de organisatie op verschillende plekken binnen de TU een scala aan proefopstellingen verzameld, waarvan eerst uitgezocht moest worden welke nog relevant, toekomstbestendig, veelbelovend, of vergeten en mislukt waren. Een bijzonder complexe puzzel, waarbij de nieuwe huisvesting ook nog eens ruimte moet bieden voor de experimenten van de toekomst. Met een heldere organisatie van ruimtes en installatietechniek, met oog voor brandveiligheid, en met veel geduld is de hele operatie tot een succes gebracht.  De nieuwe huisvesting bevordert de samenwerking tussen de betrokken afdelingen, en zorgt ervoor dat het onderzoek ook zichtbaar is voor de hele gemeenschap. De verschillende afdelingen maken gebruik van gedeelde onderzoeksfaciliteiten, een gemeenschappelijk macrolab, waar grote proefopstellingen kunnen worden gebouwd, om de haalbaarheid van industriële toepassingen te testen. Kantoor- en vergaderruimtes zijn geclusterd in de aangrenzende vleugels, die een directe relatie hebben met de onderzoeksruimte. Hier hebben de afdelingen hun eigen werkplekconcept gerealiseerd. Ook is er een aantal studentenwerkplekken gecreëerd binnen de labomgeving, het zogeheten ‘kraaiennest’.

De bouwkundige ingrepen zijn ruim binnen het gestelde budget gerealiseerd. De bijzondere ruimtelijkheid van de oorspronkelijke industriehal geeft het plan extra waarde. Bij verbouwingen binnen een bestaand complex blijkt de impact van het aanpassen van de installaties niet te onderschatten, zowel ruimtelijk als financieel. Dat geldt zeker voor een labomgeving als deze. Veel aandacht is daarom uitgegaan naar het integreren van de installaties in het bouwkundig ontwerp.

Het instituut heeft met de nieuwe huisvesting een herkenbare, transparante en bovenal doelmatige leer- en werkomgeving gekregen. Het gebouw draagt bij aan de aantrekkingskracht van het instituut op studenten. In het nieuwe instituut werken ca. 80 medewerkers en 35 studenten. Daarnaast zijn ca. 100 PhD studenten werkzaam binnen het instituut. 

Het cultureel centrum "de Sterrentuin" ligt in het hart van Leiderdorp en vervult een belangrijke wijkfunctie. In het gebouw kun je boeken lenen of leren op de Volksuniversiteit. Maar je kunt er ook terecht om het museum en het theater te bezoeken of uit te gaan naar het Grand Café.  Alle functies zijn vanuit het centrale atrium bereikbaar. De appartementen op de verdiepingen intensiveren het grondgebruik en zorgen voor een bebouwingshoogte die past bij de maat van de stedelijke ruimte.

Het gebouw breekt door zijn afwijkende vorm met de bestaande rechthoekige bebouwing. Het groen van het park loopt door op de hellende daken. Stadspark de Houtkamp wordt er landschappelijker en stedelijker door.

Het complex is in opdracht van Vorm Ontwikkeling ontworpen en gerealiseerd, na winst in december 2005 van een door de gemeente Leiderdorp uitgeschreven prijsvraag voor een nieuw Sociaal Cultureel Centrum (SCC).

fotografie: Roos Aldershoff ©